Een prestigieuze overzichtstentoonstelling in het cartoonmuseum van Bazel, een nieuwe graphic novel (haar vierde) en een prijzen kast die stilaan doorzakt onder het eigen gewicht. En toch blijft Alison Bechdel vooral bekend omwille van een enkele strippagina die ze tekende in 1985.
Het begon veertig jaar geleden als een klein lesbisch grapje in een alternatief feministisch dagblad. Alison Bechdel verwerkte een opmerking van een vriendin tot een eenpaginastrip in haar langlopende komische reeks Dykes to Watch Out For. Liz Wallace had haar verteld dat ze alleen nog naar films ging waarin ten minste twee vrouwen met elkaar praten zonder dat het gesprek over een man gaat. Die tot strippagina verwerkte anekdote ging een eigen leven leiden en vandaag wordt de regel, bekend geworden als de Bechdel-test, gebruikt als een manier om films te testen op seksisme. Nagaan welke films zoal slagen voor de test blijft een vaak verbijsterende oefening.
De Bechdel-test was nooit bedoeld als een wetenschappelijk model en hij heeft dan ook z’n beperkingen. Uiteraard bestaan er feministische films die niet aan de criteria voldoen, en er zijn evengoed films die wel slagen voor de test en toch helemaal niet feministisch zijn. Bechdel heeft de onvolkomenheden van de naar haar genoemde test overigens nooit ontkend. “Het was bedoeld als een grap”, zei ze ooit, “maar ik denk wel dat het nog steeds een nuttige grap is.”
Meer dan die ene strip
Alison Bechdel, voor wie feminisme, queer activisme en humor altijd belangrijke onderdelen van haar werk zijn gebleven, lijkt terecht trots op het feit dat die ene pagina uit een nicheblad deel van de mainstream cultuur is geworden. De Bechdel-test vormt vaak het start punt van gesprekken over de (al te vaak gebrekkige) representatie van vrouwen in fictie. Dat kan een kunstenaar met een aan die representatie gewijde carrière alleen maar toejuichen.
En toch. Ergens is het jammer dat Bechdels naam zo letterlijk verbonden blijft aan die ene strippagina. De honderden strippagina’s die ze sindsdien bijeen tekende, zijn namelijk ook meer dan de moeite waard. Getuige daarvan de prestigieuze retrospectieve die nog tot 26 oktober loopt in het Bazelse cartoonmuseum.
Bechdel treedt er met een overzichtstentoonstelling vol originele platen, inkttekeningen en nooit eerder getoonde prenten in de voetsporen van illustere figuren als Will Eisner, Jacques Tardi, Richard McGuire, Chris Ware, Posy Simmonds, Lorenzo Mattotti, Joe Sacco en onze eigen Dominique Goblet en Brecht Evens.
Toen Alison Bechdel de pagina tekende die jaren later nog voor zoveel discussie zou zorgen, was ze een striptekenaar die niet kon leven van haar werk. Vandaag is de Amerikaanse een gevierd auteur, laureaat van een Eisner Award en van een MacArthur Genius Grant. De grote doorbraak kwam er in 2006 met Fun Home. Een tragikomische graphic novel over haar familie, haar seksuele geaardheid en de relatie met haar vader, die zelf worstelde met zijn biseksualiteit. Het werd een wereldwijd succes, er kwam een musical-adaptatie en Jake Gyllenhaal zou voor Amazon een verfilming op poten aan het zetten zijn.
Vrolijk, niet vrijblijvend
Dat het succes haar nog niet naar het hoofd gestegen is, bewijst Bechdel overigens met haar recent verschenen boek Spent, waarin ze vrolijk de draak steekt met zichzelf en met het succes van haar doorbraakboek. Het is een even hilarisch als troostend en uiteindelijk hoopvol verhaal over de (on)mogelijkheid om een ethisch leven te leiden in laatkapitalistische tijden. Dat klinkt serieuzer dan het is. Voor het eerst noemt Bechdel een van haar eigen boeken ronduit “a comic novel”. Fun Home werd verkocht als A Family Tragicomic en Are You My Mother?, het moederboek dat in 2012 op dat vaderboek volgde, kreeg als ondertitel A Comic Drama mee. In Bechdels in 2021 gepubliceerde strip The Secret to Superhuman Strength is de toon al iets lichtvoetiger, maar in het met zelfspot overgoten Spent, waarin fans van Dykes to Watch Out For enkele oude bekenden zullen terugvinden, is Bechdel wellicht vrolijker dan ooit.
Vrolijk, maar niet vrijblijvend. Dat worden de stripverhalen van de geëngageerde striptekenaar nooit. Alison Bechdel is een van die zeldzame auteurs die zichzelf niet al te serieus neemt, maar haar lezers wel. Zelfs in haar grappigste strips is ze zich steeds bewust van de wereld om haar heen en van het onrecht dat in die wereld bestaat. In de jaren 1980 gebruikte Bechdel haar tekentalent al om zich uit te spreken over klimaatverandering, om het patriarchaat te ontmantelen én om liefdevol te lachen met mensen die zich, zoals zijzelf, met al te veel sérieux van die taken kwijten. Het mag een klein mirakel genoemd worden dat Bechdels terechte verontwaardiging in al die jaren nooit in cynisme is omgeslagen. Ook niet nu haar boeken in sommige Amerikaanse scholen en bibliotheken gebannen worden omdat er vrouwen in staan (soms zelfs naakte!) die elkaar liefhebben. Bechdels graphic novels zijn werken boordevol referenties aan schilderkunst, klassieke literatuur en psychoanalytische teksten. Haar familiegeschiedenissen zijn tegelijkertijd teder en ongenadig. Alison Bechdels pen is even scherp als haar potlood. Ze is een erudiet en belezen auteur en durft dat ook te laten zien. Stiekem is ze nog steeds trots op het feit dat de literaire criticus van The New York Times in zijn recensie van Fun Home moest toegeven dat hij woorden als “humectant” and “scutwork” had moeten opzoeken. Bechdels boeken zijn uitdagend in de beste betekenis van het woord. Ze durven lezers te vragen om na te denken.
De ene strippagina waarmee Alison Bechdel het debat over seksisme in popcultuur voor een breed publiek geopend heeft, blijft belangrijk, maar de inmiddels bijna pensioengerechtigde tekenaar mag later voor veel meer dingen herinnerd worden. Niet in het minst voor de reeks waarin die ene pagina voor het eerst verscheen. Het belang van Dykes to Watch Out For kan nauwelijks overschat worden. Openlijk gay zijn was in de vroege jaren 1980 zeker niet makkelijker dan nu, en de pagina’s vol onbeschaamde seks, activistische politieke statements en echte, diverse vrouwenlijven zijn ongetwijfeld belangrijk geweest voor een generatie lesbische vrouwen die zich niet vertegenwoordigd zagen in de cultuuruitingen van hun tijd. Los daarvan is het ook simpelweg een grappige en meeslepende reeks strips vol personages met wie het, ook voor heteroseksuele mannen, makkelijk identificeren is. Als het echter Alison Bechdels bedoeling was om (lesbische) vrouwen te tonen als normale wezens die normale dingen doen, dan heeft ze op de best mogelijke manier gefaald. Haar personages, en haar stripverhalen, zijn bijzonder.