Stripgids – productiehuis en expertisecentrum rond strips en beeldverhaal

Enola Holmes - leerdoelen

Enola Holmes (7 delen verschenen, lopende reeks)

Haal je vergrootglas boven en speur mee

Nederlands + Mens & Samenleving (8–13 jaar)

Korte inhoud

Wanneer haar moeder verdwijnt, beseft Enola dat zij de enige is die het mysterie zal kunnen oplossen. Het enige spoor dat ze heeft, is een schrift vol boodschappen in geheimschrift. De jonge detective speurt met een flinke dosis plantrekkerij en een talent voor vermommingen. Slaagt Enola erin in haar eentje te ontsnappen uit het pension, en het spoor van haar moeder te blijven volgen?

→ In deze reeks ontdek je dat Sherlock niet de enige speurneus in de familie is. Album per album ontpopt Enola zich steeds meer tot ware detective, waarbij ze moet opboksen tegen vooroordelen, kritiek en een steeds grotere dreiging van criminelen.

Waarom in de klas?
Met Enola Holmes oefen je probleemoplossend denken en onderzoekend leren. Leerlingen volgen sporen, reconstrueren mysteries en bouwen zelf hypotheses op. De reeks geeft bovendien een sterke vrouwelijke held die genderrollen doorbreekt, waardoor je vanzelf maatschappelijke thema’s als diversiteit en gelijkheid bespreekbaar maakt.

Praktisch

  • Scenario & tekeningen: Serena Blasco en Lucie Arnoux
  • Richtleeftijd: 8–13 jaar

Leerdoelen

1. Leerdoel: Informatie opzoeken en verwerken (Nederlands, 1ste graad SO)
→ Enola volgt sporen en puzzelt aanwijzingen samen: leerlingen oefenen informatie selecteren en ordenen.

LPD 3 (relevante info selecteren) + LPD 4 (verwerken, samenvatten, schema’s). 

2. Leerdoel: Redeneren en argumenteren (Nederlands, 1ste graad SO)
→ Via de mysteries kunnen leerlingen hun eigen hypotheses formuleren en argumenteren.

LPD 5 (eigen mening beargumenteren/argumentatiestructuur). 

3. Leerdoel: Diversiteit en genderrollen bespreken (Mens & Samenleving, 1ste graad SO)
→ Enola doorbreekt stereotypen in een mannenwereld. Link naar maatschappelijke thema’s rond gelijkheid.

LPD 16 (stereotypering/rolgedrag) + LPD 11 (respectvol omgaan met verschillen).