COLUMN Wim Lockefeer: On screen (18)

Je bent hier:  Home » Nieuws » COLUMN Wim Lockefeer: On screen (18)

'Bludzee' van Lewis Trondheim

'Bludzee' van Lewis Trondheim

Een jaar of wat geleden zetten we een stapje weg van onze homecomputer, en gingen we na hoe het nu eigenlijk zat met het draagbare, digitale stripverhaal. Want, zoals u weet, de nerds die momenteel de plak zwaaien bij Microsoft, Google en andere Apples, zullen niet rusten voor alles wat de mens ooit gemaakt heeft eerst digitaal beschikbaar is, en daarna – als het even kan – op een draagbaar toestelletje. En dus ook strips. Jazeker, u daar, met dat album op de bank: het duurt niet lang meer of dat album is een asset die met e-ink op uw reader getoond wordt – of toch tot uw licence verstreken is. Of liever, dat zouden all die digi-jongens en -meisje graag zien. Hoe staat het er echter nu mee, met die digibooks en andere e-readers? Een overzicht.

Het gaat met het mobiel elektronisch publiceren nog steeds twee richtingen uit. Je hebt de recentelijk nadrukkelijk gehypete e-books, die het boek elektronisch willen nabootsen op basis van een zuinige technologie zoals e-ink. Vrijwel alle modellen (zoals Kindle, Sony Reader of BeBook) laten je toe te bladeren, bladwijzers te gebruiken, notities te maken en, natuurlijk, online nieuwe boeken of tijdschriften te kopen. Aan de andere kant van het spectrum zijn er de applicaties die, na muziek en film, ook lectuur op smartphones willen aanbieden. Ook in deze hoek (bijvoorbeeld bij programma’s als Tiny, Best of Eucalyptus), vind je dezelfde mogelijkheden, alleen dit keer op je telefoon.

Wat betekenen die toestellen en programma’s nu voor strips? Sinds ons vorige artikel over de materie is er eigenlijk niet zo erg veel veranderd. E-books zijn nog altijd in zwart-wit, ze zijn allemaal min of meer eenvoudig te gebruiken en over de duurzaamheid van hun batterijen zijn de meningen verdeeld. Voor de boeken zelf ben je aangewezen op online winkels, waar je niet snel veel strips zal vinden. Zelf je eigen lievelingsboeken op je e-book zetten is dan weer vaker gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Op je telefoon, en dan met name op de iPhone, kan je twee kanten uit. Of je installeert een klein programmaatje dat je toelaat strips te downloaden, of je koopt de boeken zelf op de iTunes AppStore, als waren het rekentoepassingen of spelletjes. Voor avontuurlijke gebruikers zijn er programma’s als Comic Reader Mobi, waar je eigen scans mee kan bekijken (als je het geïnstalleerd krijgt). In elk geval kan je strips dan plaatje per plaatje lezen, of via een heel systeem van bewegingen bladeren en in- en uitzoomen op de pagina’s. Echt gebruiksvriendelijk is anders, maar de strips waar het over gaat, zijn nu ook niet gemaakt voor een schermpje zo groot als een pasfoto.

En daar wringt momenteel nu net het schoentje. Hoe de huidige jonge wolven hun strips ook op je toestel willen krijgen, ze proberen allemaal in pure Oklahomastijl hun plekje grond af te bakenen door zo veel mogelijk exclusieve deals te sluiten. In Frankrijk hebben zowat alle grote en kleine bedrijven deals met Mobilire, AveComics, of nog een paar andere. Microsoft heeft een wereldwijde overeenkomst met manga-uitgeverij Shueisha (van het bekende ‘DragonBall’), terwijl Sony een online stripwinkel geopend heeft voor de PSP, met enkel titels van Marvel. Dat zich met Comixology tegelijk ook vertegenwoordigd weet op de iPhone.

Net zoals eerder bij muziek, televisie en film het geval was (en momenteel ook, in mindere mate, bij literatuur) lijkt de grote drijfveer niet te zijn de beste gebruikerservaring aan te bieden, of je klanten het meeste waar voor hun geld te geven, maar zoveel mogelijk je concurrenten de toegang tot bestaande strips ontzeggen. Dat je publiek zijn verhaal moet halen met evenveel programma’s of zelfs toestellen als er stripreeksen zijn, moeten we maar voor lief nemen, blijkbaar. Net als het feit dat de producenten van de apparatuur hun morele stempel op de content proberen te drukken (zoals Apple met ‘Claire’, dat wat te aangebrand werd bevonden).

In al hun ijver vergeten de vlotte jongens één ding : het grote verschil tussen muziek (of spelletjes) en de meeste strips. Voor de meeste mensen is muziek een casual medium: je gebruikt het als je even tijd hebt. De meeste strips vragen wat meer aandacht, over langere tijd. Niet voor niets is ‘Bludzee’, de strip die Lewis Trondheim voor de Iphone maakte, eigenlijk niet meer dan een comic strip – een kort grapje van vier prentjes.

Tot de ultieme kleuren-e-book op A4-formaat verschijnt, lijkt het mobiele internet inderdaad weggelegd voor Garfield en consoorten. En dan nog vraag je je af waarom producenten zich moe maken: een recente enquête van het Franse online tijdschrift BoDoï wees immers uit dat meer dan de helft van de gebruikers er niet aan denkt te betalen voor digitale strips.